Voor degenen die, naar aanleiding van ‘de notitieblok’ van Bertus Fok vandaag op de voorpagina in De Volkskrant over Rooks, Theunisse en doping, terug willen lezen hoe het indertijd was voor de journalisten in die Tour: drie stukjes uit mijn dagboek dat ik toen, naast de ‘gewone’ verslaggeving, bijhield voor mijn krant. Over drie dol-dwaze dagen, waarin er niet eens tijd was om rustig te eten en er van hot naar her werd gescheurd, want er waren opeens zoveel vraagtekens en die wilden we beantwoord zien. Maar we werden bedreigd met rechtszaken, moesten elk woord op een weegschaal leggen en waren bovendien rioolratten. Wat zijn we, zo blijkt nu nog maar eens, belogen en bedrogen…

HET GERUCHT, DEEL 1

Bordeaux gisteravond 20.14 uur. De schrijfmachines in het perscentrum van de 75ste Tour de France houden plotseling op met ratelen. De derde etappeoverwinning van Jean-Paul van Poppel is opeens niet belangrijk meer, wanneer een Fransman vertelt dat Pedro Delgado en Gert-Jan Theunisse betrapt zouden zijn op het gebruik van doping.

Antenne 2 heeft het gerucht de wereld in geholpen en aangezien het niet om een of andere regionale omroep of dito krant gaat, maar om hét televisiestation van de Tour, klonten journalisten samen en proberen nog voor sluitingstijd van de krant bevestiging van het nieuws te krijgen.

Spanjaarden vliegen naar hun auto’s en racen naar het hotel van hun ‘Perico’. Daar blijkt dat de hele ploeg van Delgado is verdwenen. Andere formaties zitten nog aan tafel. Bij de balie ligt een telegram voor Delgado en zijn ploegleider José-Miguel Echavarri, maar van de Reynolds-equipe is niemand te bekennen. ,,Het zou niet leuk zijn om zo de Tour te winnen’’, zegt Steven Rooks. Zijn ‘maatje’ Gert-Jan Theunisse is even onvindbaar?

Bordeaux, 21.02 uur. Nog meer beroering in de perszaal. De perschef van de Tour, Claude Sudres, komt de snikhete oven binnen. Iedereen sprint op hem af om het grote nieuws te horen, maar Sudres, houdt zich op de vlakte. ,,Directeur-generaal Jean-Pierre Courcol’’, zegt Sudres, ,,heeft mij hierheen gestuurd om jullie in te lichten over het gerucht rond Delgado.’’

De naam Theunisse wordt niet genoemd. Sudres: ,,De Tourdirectie heeft kennis genomen van het gerucht, maar heeft geen officieel commentaar.’’ De perschef belooft dat er, indien zijn bazen ook maar iets vernemen dat het gerucht zou bevestigen, er voor de start van de achttiende etappe de volgende dag in het 127 kilometer verderop gelegen Ruelle-sur-Touvre, een communiqué zal worden uitgegeven. Hij bevestigt alleen dat het gerucht dat de ronde doet, zou gaan over de etappe naar Guzet-Neige.

Bordeaux, 22.03 uur. De perszaal is nagenoeg verlaten. De ochtendbladen kunnen niets meer doen, de krant moest ‘zakken’. Journalisten van middagbladen wachten, tegen beter weten in, op verder nieuws. Dat blijft uit. En dus wordt er opnieuw naar de rennershotels gereden. Daar blijkt een Franse collega zowaar Delgado te hebben gesproken. ,,Ik ben’’, heeft de renner tegen hem gezegd, ,,al zo vaak gecontroleerd in deze Tour. Als het gerucht waar zou zijn had ik al veel eerder gepakt moeten worden.’’

Jan Gisbers, de ploegleider van Theunisse en Rooks, wil liever niet reageren. ,,Als het waar zou zijn is de Tour kapot. Zelfs al wint Steven Rooks dan de Ronde, dan nog kunnen we beter naar huis gaan. Ik kan me absoluut niet voorstellen dat Theunisse iets heeft gepakt, terwijl hij weet dat hij naar de dopingcontrole moet. Er zijn altijd van die rare geruchten. In de Giro hoorde ik opeens dat Adri van der Poel na Luik-Bastenaken-Luik positief zou zijn bevonden. Ach, als ik alles moet geloven zijn er in België alleen al wel tweehonderd dopinggevallen per jaar.’’

Bordeaux, 23.45 uur. Archieven worden nageplozen. Mocht het gerucht werkelijkheid worden dan moet er snel op worden ingespeeld. Gezocht wordt naar het jaar 1978, toen Michel Pollentier in de gele trui, boven op de Alpe d’Huez, werd betrapt tijdens een frauduleuze handeling bij de dopingcontrole. Pollentier had een ‘peertje’ onder zijn oksel verborgen met ‘schone’ urine. Gekeken wordt ook naar 1979, toen onze eigen Joop Zoetemelk werd gedeclasseerd na een positieve reactie op de dopingcontrole.

Bordeaux, vanmorgen 12.00 uur. Nog steeds geen bevestiging. Het gerucht blijft vooralsnog een gerucht. En stilaan groeit de hoop dat dit zo mag blijven ook. Wat zou het een blunder zijn van Antenne 2 als het uit de lucht gegrepen is. Maar wat is het jammer als het gerucht straks werkelijkheid zou worden. Dan wordt er toch wel een erg grauwe sluier getrokken over deze 75ste Ronde van Frankrijk. Over deze Tour die zo mooi verliep. Voor de Nederlanders en voor Pedro Delgado, die niet alleen in de rit naar Guzet-Neige aantoonde de beste te zijn.

Hoeveel is een eventuele eindzege van Steven Rooks dan nog waard? Het wachten is op verder nieuws en het goede nieuws zal dat nieuws zijn, dat voor deze ene keer eens niet bewijst dat er in de buurt van rook altijd voor is.

HET GERUCHT, DEEL 2

Bordeaux, gisterochtend 7.00 uur. ‘Delgado drogué? De Franse kranten openen met het gerucht dat nog steeds een gerucht is. Wel of geen vraagteken achter de knallende koppen is de indicatie hoe serieus de betreffende krant is. Niet meer en niet minder.

l’Equipe houdt zich redelijk op de vlakte, gebruikt veel van die vraagtekens en houdt het bij veronderstellingen. Een Zwitserse collega vertelt dat in zijn krant (Blick) vandaag keihard het bericht staat dat Steven Rooks straks in Ruelle-sur-Touvre in de gele trui vertrekt. Beroepsernst wordt in het gevecht van honderden opgejaagde journalisten om ‘Het Grote Nieuws’ blijkbaar niet overal gelijk ingeschat.

Het Mercure-hotel, 9.10 uur. Jan Gisbers ligt nog op bed. Met grote wallen onder zijn ogen doet hij open. De ploegleider van Gert-Jan Theunisse beweert nog steeds nergens van te weten. ,,Bovendien’’, zegt hij, ,,áls het gerucht waar blijkt te zijn, áls met de namen van Delgado en Theunisse inderdaad de juiste personen zijn genoemd, dan zijn er grove procedurefouten gemaakt. Eerst horen wij ingelicht te worden, dan pas de pers.’’

Het Sofitel, 10.08 uur. Xavier Louy, directeur van de Societé du Tour de France, ontbijt met een zware afvaardiging van de PDM-ploeg. Jan Gisbers, manager Manfred Krikke en pr-man Harry Jansen wensen daar even later verder niet op in te gaan. We stellen enkele directe vragen, maar krijgen slechts ontwijkende antwoorden. Het gevoel groeit dat er een spelletje met ons wordt gespeeld, dat de hele dopingaffaire in de doofpot wordt gestopt. ,,Er komt’’, zo zeggen de heren resoluut, ,,geen communiqué uit, want het gerucht zal een gerucht blijven.’’

Mercure, 10.20 uur. Gert-Jan Theunisse praat zijn mond voorbij en roept dat er donderdag een contra-expertise komt. Als er een tweede controle komt is hij dus inderdaad positief bevonden in Morzine, toen het lot hem voor de dopingcontrole aanwees. De renner wordt, voordat hij hier verder op in kan gaan, bij zijn kraag gegrepen en door de ploegleiding een kamer ingeduwd. Even eerder heeft hij verteld dat hij de hele nacht over de gang van het hotel heeft gedwaald en bovendien geroepen dat een renner die echt doping gebruikt wat hem betreft levenslang geschorst moet worden.

Sofitel, 12.15 uur. Terwijl het grootste gedeelte van de Tourkaravaan al op weg is naar de 127 kilometer verderop gelegen startplaats Ruelle-sur-Touvre, maakt de ploegleider van Pedro Delgado, José-Miguel Echavarri, eindelijk een einde aan in elk geval één van de twee geruchten. Op het moment dat ze bij PDM nog steeds een en al geheimzinnigheid zijn, geeft Echavarri toe dat hij officieel heeft vernomen dat Pedro Delgado positief is bevinden.

Ruelle-sur-Touvre, 14.20 uur. Gert-Jan Theunisse is aan de aandacht van de ploegleiding ontsnapt en zegt dat er advocaten onderweg zijn om zijn belangen te behartigen. Vertwijfeld vraagt hij zich nog steeds af hoe een en ander mogelijk is. ,,Tijdens de Giro heb ik een spierscheuring opgelopen, maar die is alleen met fysiotherapie behandeld. Ik heb op dezelfde manier naar de Tour toegeleefd als Steven Rooks. Onze soigneur, Bertus Fok, heeft alles opgeschreven en niemand begrijpt er iets van. Als ik positief ben zou Steven dat toch ook moeten zijn?’’

Limoges, 19.23 uur. In de perszaal bij de finish van de door Gianni Bugno gewonnen 18de etappe sijpelt door dat de NOS in Nederland een interview heeft opgenomen met de Nijmeegse dopingspecialist professor Van Rossum. In dat televisiegesprek, zo verzekert Mart Smeets ons, vertelt hij dat hij op verzoek van PDM vandaag aanwezig zal zijn bij de contra-expertise van de urinemonsters van Gert-Jan Theunisse in Parijs. We confronteren Jan Gisbers hiermee, maar die blijft beweren dat hij officieel nog steeds niets van een positieve dopinguitslag van zijn renner weet.

Limoges, 21.45 uur. Uit betrouwbare bron vernemen we dat Manfred Krikke zich tegen iemand heeft laten ontvallen waarom er vandaag zo tegen de pers is gelogen. Het zou allemaal te maken hebben met een brief die onderweg is om voor Theunisse nog te redden wat er te redden valt. Een Parijse advocaat stelt in die brief de Tourdirectie verantwoordelijk voor het vroegtijdig uitlekken van een en ander.

Limoges, 22.17 uur. Opnieuw gonst het in de perszaal van de geruchten. Er zouden nog veel meer renners zijn betrapt. Het aantal groeit met de minuut. Een wildwest van speculaties. Wie is de volgende? De gedachten gaan terug naar 1983, naar die dopingrel rond Joop Zoetemelk, eveneens kort voor de rit naar de Puy de Dôme. ‘Softjunks koersen richting Puy de Dope’, schreef een collega toen. De geschiedenis lijkt zich te herhalen.

Bessenes, 0.45 uur. Op de hotelkamer bladeren we een stapel perscommuniqués van de 20ste juli door, om voor de laatste keer voor het slapen gaan te controleren of er niet toch één papiertje tussen zit waarin de Tourleiding zelf eindelijk eens uitlegt wat er nu allemaal aan de hand is. Dat is niet het geval. Maar het oog valt wel op een andere mededeling. Een verzorger van de ploeg van Jan Raas heeft vandaag buiten zijn schuld om een 6-jarig jongetje doodgereden. Wellicht overmand door het feit dat zojuist onze verjaardag ongemerkt is omgevlogen en dat er thuis een zoontje van dezelfde leeftijd zit, ga je dan relativeren en vraag je je opeens in alle redelijkheid af wat je de hele dag hebt zitten doen. Alsof er niets belangrijkers meer op wereld was dan het spitten in de dopingperikelen van de Tour.

BELOGEN EN BEDROGEN

Niet de president van de Tourjury, de Italiaan Mario Prece, zelfs niet de eigen ploegleiding, maar twee journalisten, John Linse van Sport International en ondergetekende, brachten Gert-Jan Theunisse gisteravond om 21.10 uur op kamer 405 van het Mercure-hotel in Clermont Ferrand op de hoogte: Delgado niet gestraft, hij wel. Theunisse luisterde vol ongeloof.

Eenzaam en alleen ligt hij op bed. Steven Rooks wordt elders gemasseerd en de ploegleiding wordt beneden in het café door een andere journalist (van l’Equipe) verteld wat de mededeling was die even eerder in het perscentrum werd gedaan.

Theunisse luistert naar onze uitleg over het hoe en waarom Delgado straks in het geel Parijs mag binnen rijden en waarom hij tien minuten straftijd, 10.000 Zwitserse francs boete en terugzetting naar de laatste plaats in de rituitslag naar Morzine heeft gekregen.

Zijn mond gaat steeds verder open en zijn eerste reactie is: ,,Zo redden ze de Tour en daarvoor moet ik nu boeten. Ze lijken wel gek! Als ik het goed begrijp ben ik nu opeens de zondebok. Op die manier hoeft het fietsen voor mij niet meer. Als er dergelijke spelletjes worden gespeeld… Er wordt nu gewoon om mij gelachen. Zo van we maken die Theunisse positief, dan kunnen we Delgado en de Tour nog redden. Theunisse staat immers slechts vierde in het klassement, dat is niet zo erg.’’

Een lange stilte dan op kamer 405. Hij moet de klap verwerken, denkt na en zegt: ,,Als het aan mij ligt pak ik mijn koffer en ga nu meteen naar huis. Het interesseert me allemaal totaal niets meer wat er verder nog gebeurt. De onrechtvaardigheid wordt alleen bij de zwakkeren gelegd. En die zwakkere zal ik dan wel zijn. Alles heb ik voor de wielersport opgeofferd. Dag en nacht ben ik ermee bezig. Heel lang heb ik moeten knokken voor erkenning. Eindelijk had ik die gevonden. Eindelijk leek al het getob voorbij. En dan nu dit. Om gek van te worden.’’

,,Altijd heb ik geroepen dat een renner die gepakt wordt, wat mij betreft voor zijn leven geschorst mag worden. Ik ben een van de grootste tegenstanders van doping in het peloton en juist ik word nu geslachtofferd. Ik doe al dagen geen oog meer dicht. Ik ben vandaag ook puur op agressie de Puy-de-Dôme opgereden. Was ik maar bij de eerste twee geëindigd, want ik wil dolgraag nog een keer naar de dopingcontrole. Dan pies ik die hele caravan onder! Ik moet geflikt zijn, het kan niet anders.’’

,,Misschien rijd ik de Tour nog uit, misschien ook niet. Maar aan het einde van het seizoen stop ik met de wielersport. Dit is het mij allemaal niet meer waard. Natuurlijk ben ik nu emotioneel, maar ik meen dit wel degelijk serieus. Ik weet niet of ik deze klap nog te boven kom. Als Delgado ook straf had gekregen was het allemaal niet zo erg geweest. Dan had in elk geval Steven nog de Tour gewonnen. Rooks is een van mijn beste vrienden, dus dan was er tenminste nog iets geweest.’’

We laten Gert-Jan Theunisse tenslotte alleen met zijn emoties en lopen op de gang tegen Steven Rooks op. Hij reageert op dezelfde manier als zijn vriend. ,,Dit is toch geen normale zaak meer, hier klopt niets meer van.’’

Rooks gaat verdwaasd op de trap zitten en zegt dat het in principe beter is als Delgado en niet hij gewoon de Tour wint. Samen hebben zei immers keihard gevochten, Delgado en hij. En de Spanjaard was de beste. We zeggen hem dan dat Gert-Jan Theunisse nog steeds alleen in bed zijn ‘verdriet’ zit te verwerken, dat hij nog slechts bezoek heeft gehad van ons, die twee journalisten. Rooks spoedt zich onmiddellijk naar kamer 405.

Pas daarna arriveert de ploegleiding, met in zijn kielzog een hele horde mediamensen. De hel breekt dan opeens uit, de kamerdeur gaat meteen op slot en even later alleen maar even open voor een ineen gedoken Italiaan met op zijn roodwitte sweatshirt, het embleem van de internationale wielrenunie UCI. Het is Mario Prece.

De president van de jury hier in de Tour wordt door pr-man Harrie Jansen van PDM, naar binnen gesleurd. Nieuwsgierig persvolk legt zijn oren tegen het hout te luister.

De soigneur van de ploeg, Bertus Fok, ziet het ontdaan aan en begint ons uit te schelden. We zijn dagenlang door alles en iedereen rond PDM belogen en bedrogen, maar nu zijn we, zo schreeuwt hij, rioolratten.