Geen water bij de wijn

Ids Postma won in 1998 tijdens de Olympische Spelen van Nagano goud op de 1000 meter en vierde dat, terwijl andere sporters nog in actie moesten komen, ietwat al te uitbundig. Hij moest dan ook op het matje komen. “Niet zo slim, nooit meer doen jongen”, zei de chef de mission Ard Schenk vermanend. En hij voegde eraan toe dat de schaatser uit eigen zak de veroorzaakte schade moest betalen. Je kon het niet aan hem zien, maar Ard zal ongetwijfeld een glimlach hebben onderdrukt. Samen met zijn generatiegenoot Kees Verkerk had hij immers tijdens zijn eigen glansrijke carrière meer dan eens via de regenpijp van zijn onderkomen de weg naar een moment van vrijheid en ontspanning gezocht en gevonden. Ids Postma werd niet naar huis gestuurd.

In 1974 won het magische Nederlands voetbalelftal op het WK van de DDR. In het Walthotel Krautkrämer in Hiltrup vierde een deel van de ploeg daarop een uitbundig feestje. Met ‘een paar topless meiden’, in het zwembad. De Duitse boulevardkrant Bild Zeitung pakte groots uit. Sterspeler Johan Cruijff had die avond een lang en loodzwaar gesprek met vrouw Danny. Niemand werd naar huis gestuurd. Oranje speelde later ook gewoon de finale tegen West-Duitsland en liep daarbij overigens wel tegen de moeder aller nederlagen op.

Voor wielrenner Jacques Anquetil bestond God noch gebod. Als eerste mens op aarde won hij vijf keer de Tour de France. Zijn geheim had, zo zei hij zelf, drie pijlers: “Fazant met kastanjes, een fles champagne en een vrouw”. Hij had er nog een vierde aan toe kunnen voegen: het gebruik van grote hoeveelheden amfetaminen. Maitre Jacques werd niet door een ploegleider naar huis gestuurd. Hij was en bleef een held in Frankrijk.

Er zijn nog vele voorbeelden van topsporters die op ‘bijzondere’ manieren een ‘uitweg’ zochten voor een kokend stressniveau waar wij ons nauwelijks iets bij kunnen voorstellen. Topsporters die in een cocon leven, topsporters die psychisch enorm onder druk staan, niet alleen van de buitenwereld, maar ook door zichzelf opgelegd.

Tijdens de Olympische Spelen worden deze sporters ondergebracht in een hermetisch afgesloten Olympisch Dorp. Niemand komt erin. Geen pers, geen familie, zelfs niet de eigen man of vrouw. Wel worden er anno 2016 voor de zekerheid een paar honderdduizend condooms neergelegd, want tja, ook topsporters zijn soms maar gewone mensen. Vreemdgaan mag, als het maar binnen de hekken van het eigen Dorp gebeurt. Over normen en waarden gesproken.

Ik probeer me voor te stellen hoe het is als je ruim twaalf jaar op een werkelijk manische manier hebt toegewerkt naar die Olympische Spelen. Alles heb je ervoor over gehad. Je bent vooral door diepe dalen gegaan, bent zelfs in een Schotse kliniek in Edinburgh gaan afkicken van een cocaïneverslaving die je op weg naar dat voor jouw heilige en zo frustrerende doel bent opgelopen.

Die druk, die spanning, die stress, je kunt er zo moeilijk mee omgaan, het vreet je helemaal op. Maar je wilt zo graag, want je hebt nu eenmaal talent, je hebt aanleg. Het lichaam heeft alles, alleen die verdomde geest werkt niet altijd mee.

Je pompt jezelf volledig op. En dan is het eindelijk zover. Na die ruim twaalf (!) jaar sta je in Rio. En je haalt de finale, de laatste acht. Je Braziliaanse vriendin is naar de stad gekomen. Je wilt haar graag zien. Even weg uit Het Dorp, even bij je dierbare zijn, even de lucht uit dat hoofd, dat werkelijk op springen staat, laten sissen, iets drinken, ontspannen.

En dan spat alles een laatste keer en nu volledig uiteen.

Maurits Hendriks is geen Ard Schenk, 2016 is geen 1998, Rio geen Nagano. De tijden zijn veranderd. “De normen en waarden binnen TeamNL en de KNGU-turnploeg zijn op grove wijze overschreden”, luidt het verdict. Op grove wijze? Is Yuri van Gelder soms een lijntje gaan snuiven op het luxe cruiseschip van de Amerikaanse basketballers, die er niet aan moeten denken dat ze in Het Dorp zouden moeten slapen? Heeft hij daar meteen ook enkele vrouwen aangerand? Nee, zo erg was het, hoop ik althans, niet.

Wat was het dan? Hendriks hult zich veel te lang in stilzwijgen. Hij had er beter aan gedaan meteen volledige opening van zaken te geven. Nu laat hij alle ruimte om van Yuri van Gelder in recordtempo een karikatuur te maken. Want ook wat dat betreft zijn de tijden veranderd. Internet gaat meteen los. The Lord of the Rings is al binnen een uur verworden tot de Lord of the Drinks. Een DJ komt met een rap op de melodie van Drank en Drugs. Fotoshoppers leven zich helemaal uit. Moraalridders zien hun kans schoon.

Natuurlijk, het is een impulsief mannetje, die Yuri van Gelder. Hij heeft in het verleden diverse keren getoond dat zijn oersterke benen de ‘weelde’ van de absolute topsport niet kunnen dragen, dat hij niet kan omgaan met te veel spanning. Noem hem een recidivist. Noem hem dom, stom. Maar het is mij te gemakkelijk om hem nu zo hard en zo volledig neer te sabelen. De achterkant van zijn roem is definitief een mijnenveld geworden. Dat is diep triest. En gun je niemand. Hij is bovenal een patiënt.

Had Maurits Hendriks niet net als Ard Schenk indertijd een beetje water bij de wijn kunnen doen? Moest er binnen TeamNL zo drastisch worden overgegaan tot karaktermoord? Normen en waarden? Zijn wij Nederlanders niet, zoals ook op vele gebieden in de ‘normale’ maatschappij, weer eens roomser dan de Paus? Of is er echt iets heel ergs gebeurd?

Ik weet het niet. Feit is in elk geval dat Yuri van Gelder, voormalig Lord of the Rings verder door het leven zal gaan als die patiënt, die in al die lange twaalf jaren blijkbaar niemand is tegen gekomen die hem kon helpen, die hem tegen zichzelf in bescherming kon nemen. Ook dat had een taak van Maurits Hendriks en zijn team kunnen, misschien wel moeten, zijn.