Wielrennen moet wel menselijk blijven

Naar aanleiding van de koninginnerit vandaag in de Giro hieronder een fragment uit het boek Teun van Vliet, Drank, vrouwen de koers en de dood. Ik hoorde zojuist NOS-verslaggever Herman van der Zandt zeggen dat de koninginnenrit van vandaag was onthoofd door het schrappen van de beklimming van de beruchte Gavia, maar ik vond het een goede keuze van de doorgaans zo commercieel denkende organisatie. Wielrennen moet wel menselijk blijven. Gelukkig hebben ze geleerd van de editie van 1988. Bovendien bleef er met de ook al legendarische Mortirolo vandaag nog genoeg over om van de genieten.

Enne… Johan van der Velde, voor altijd de enige echte L’uomo di Gavia… ik heb weer een kaarsje voor je aangestoken. Blijf moed houden makker! Het moet goed komen! Sterkte daar met alles…

…5 juni 1988. De veertiende etappe van de Ronde van Italië gaat van start in Chiesa Valmalenco. De finish is in Bormio. 120 kilometer verderop. Het wordt een van de meest historische etappes in de geschiedenis van de moderne wielersport. Reden: de 2621 meter hoge Passo di Gavia. De weg is aangelegd in de Eerste Wereldoorlog voor de bevoorrading van Italiaanse soldaten, die in het Italiaans-Oostenrijks grensgebied vochten. ’s Winters is hij onbegaanbaar en dus afgesloten, maar de winter is al lang voorbij en het leek de organisatie van de Giro een uitdaging om het peloton over deze ook nu nog steeds besneeuwde bergpas te sturen. Een inschattingsfout!

Bij de start is het al koud. Men verwacht nog meer sneeuw en zelfs temperaturen onder nul graden. Pagnin en Joho hebben er zin in en zorgen voor een eerste ontsnapping. Teun van Vliet, Podenzana en Ghirotto gaan er ook vandoor. Ze krijgen Johan van der Velde, de trotse drager van de paarse puntentrui, achter zich aan. Het begint te regenen, de wegen liggen vol modder. Teun van Vliet ziet Johan van der Velde zonder handschoentjes en met korte mouwtjes voorbijkomen en laat hem gaan. De dwaas!

De regen wordt sneeuw, de kou sluipt in de botten van de renners, de spieren raken meer en meer verlamd. De pas is in die tijd nog niet volledig geasfalteerd. Daarom zakken de dunne bandjes van de racefietsen weg in de smurrie van sneeuw en modder. De televisiekijkers van die dag herinneren zich vooral de apocalyptische beelden van Johan van der Velde die als eerste boven op de Gavia arriveert. Een spook dat even later verdwijnt in een grijs-witte wereld van bevroren mist.

Als er weer beeld is, zien we Erik Breukink opeens voorop rijden. Glibberend en rillend heeft die zich met gevaar voor eigen leven in de afdaling gestort en is de tweestrijd met rozetruidrager Andy Hampsten aangegaan. Breukink wint de even historische als bizarre etappe en nadert Hampsten tot op vijftien seconden in het klassement. Een groot kampioen als Giuseppe Sarronni komt huilend over de streep. Steven Rooks, Adriano Baffi, Rudy Dhaenens behoren tot de uitvallers. Iedereen is het erover eens: Dit had niets meer met wielrennen te maken.

De naam Johan van der Velde komen we in de rituitslag pas tegen op bijna 50 minuten van winnaar Erik Breukink. Toch is en blijft juist hij voor de media de man van de dag. Johan van der Velde houdt aan zijn helletocht over de Gavia zelfs de ‘eretitel’ L’uomo di Gavia over. Pas veel later zal bekend worden dat hij indertijd na een paar kilometer afdalen rillend, schokkend en totaal onderkoeld is afgestapt en verdwaasd in een busje is gaan zitten. Samen met nog andere renners en hun fietsen heeft hij een deel van de route met de wagen afgelegd. Op drie kilometer van de eindstreep zijn ze allemaal weer uitgestapt om hun weg op de fiets te vervolgen.

Diskwalificatie blijft uit. Tot woede van andere renners, die wel gewoon zijn doorgereden en met hun bevroren vingers in de afdaling amper meer konden remmen. Levensgevaarlijk!

Johan van der Velde wint in die Giro zijn derde puntentrui, Erik Breukink wordt tweede in de eindstand. Maar wat is er in die Gavia-etappe met een van de eerste aanvallers, met Teun van Vliet, gebeurd? Die is iedereen uit het oog verloren.

Kamergenoot Erik Breukink treft hem uiteindelijk rillend aan in zijn hotelbed. Met zijn doorweekte koerskleren nog aan! Het is zo’n moment dat Breukink altijd is bijgebleven. “Die dag vergeet je gewoon nooit meer, een van de spectaculairste die ik ooit heb meegemaakt. Het was voor iedereen een lange lijdensweg. Voor Teun meer nog dan voor mij. Ik reed voor de overwinning, kon mijn focus daar helemaal op richten, dat scheelt enorm. Het grootste deel van het peloton vocht alleen maar tegen de bittere kou. Zij dachten ‘hoe krijg ik het warm’, ik vooral ‘hoe ga ik hier winnen’.

Teun was een keiharde, maar daar was na die rit over de Gavia helemaal niets meer van over. Ik had de huldiging, de dopingcontrole en alle interviews al achter de rug toen ik hem daar klappertandend op bed aantrof. Hij was net binnen, had dus nog veel en veel langer door die kou moeten fietsen dan ik. Hij wist totaal niet meer waar hij aan toe was. We hebben hem op moeten pakken en onder een warme douche moeten zetten…”

PS: Het boek Teun van Vliet, Drank, vrouwen, de koers en de dood, dat indertijd door het publiek werd gekozen tot Sportboek van het Jaar, is nog steeds overal te koop. Zoals bij voorbeeld HIER.