Vandaag werd bekend dat Dries van Agt afgelopen maandag is overleden. Hij stierf ‘samen en hand in hand’ met zijn vrouw Eugenie op een zelfgekozen moment. Natuurlijk zal X (Twitter) zich ook nu weer van zijn slechtste kant laten zien. Dat was al zo toen Dries van Agt in 2019 werd getroffen door een zware hersenbloeding en er van enige terughoudendheid totaal geen sprake was. Politieke tegenstanders genoeg immers voor de man die van 1977 tot medio 1982 namens het CDA minister-president was. Zelfs regelrechte haters, zo bleek. Zeker nadat zijn boek ‘Palestina in doodsnood’ uitkwam. Daarin deed Van Agt toen al een oproep aan Europa om Israël te veroordelen en met ‘geweldloos verzet te proberen de koloniale bezetting van Palestijns grondgebied te beëindigen’.
Van Agt, die altijd stellig beweerde zeker geen antisemiet te zijn, was in zijn laatste jaren juist vanwege deze opvattingen allesbehalve geliefd. Maar los van alle sentimenten bij wie dan ook wil ik mij niet mengen in alle politieke bespiegelingen die nu ongetwijfeld weer zullen losbarsten. Ik wil het alleen hebben over de sportliefhebber Dries van Agt, specifiek de wielerfanaat.

Bekend is het beeld van 20 juli 1980, als hij op het podium op de Champs-Élysées Tour-winnaar Joop Zoetemelk enthousiast feliciteert met een flinke omhelzing.
De foto’s hier (© Carla Vos) zijn van bijna dertig jaar later, van 6 juni 2010. Joop zit in de Rotterdamse Kunsthal. Ikzelf ben na een lang leven als wielerjournalist in functie van de organisatie van de Tourstart in de Maasstad. En Dries van Agt komt de officiële Tour de France-tentoonstelling openen.
Iedereen een heel stuk ouder, maar Dries is nog steeds Dries. Als hij de politieke arena verruilt voor de wieleromgeving is en blijft hij een ander mens, een aimabele en blije man, die zich vrij voelt van alle sores.
Hij is helemaal in zijn element, geestig en charmant en zoals altijd keurig gecoiffeerd. Een amusant causeur, die zijn prachtig geformuleerde volzinnen graag mag opvrolijken met archaïsche uitdrukkingen. Het publiek in de volle zaal hangt lachend aan zijn lippen. Alsof hij op de planken van het Nieuwe Luxor-theater staat.

Dries van Agt in 2010 tijdens de de officiële Tour de France-tentoonstelling

© Carla Vos

Andreas Antonius Maria (Dries) van Agt, van 2 februari 1931, beheerste het spelen met taal als geen ander. Die dag brengt hij een rijkelijk met anekdotes doorspekte ode aan de wielersport. Terwijl half Nederland zich druk maakt over de hamstringblessure die Arjen Robben in de wedstrijd tegen Hongarije heeft opgelopen, zet Van Agt het voetballen eventjes op zijn eigen fijne wijze af tegen de wielersport. De vergelijking valt, uiteraard, in elk opzicht, uit in het voordeel van het fietsen.

Als minister-president maakte Van Agt vaak de Tour van dichtbij mee. “Als ik afgepeigerd door politieke zwarigheden neerstreek in de Tour, haalde ik daar nieuwe energie en vitaliteit uit. Het was mijn spirituele amfetamine.”
Dat hij in de jaren van zijn kabinetten zo vaak in Frankrijk aanwezig was had, we moeten hem op zijn woord geloven, absoluut niets te maken met zieltjes winnen voor alweer de volgende verkiezingen. “Al moet ik inmiddels wel eerlijk bekennen dat ik het niet versmaadde toen bleek dat een en ander weldegelijk electoraal voordeel opleverde.”

Die 6de juni 2010 spreekt Van Agt, dan al bijna 80 jaar oud, gepassioneerd over momenten van opperste glorie, maar ook van diep malheur. Over die vreselijke valpartij van Hennie Kuiper, in 1978, toen de Nederlander in de Tour een greep naar de macht deed en in het ziekenhuis van Chambéry terecht kwam. Waar hij, de premier, zijn ongelukkige makker uiteraard nog diezelfde dag opzocht.
Wat Van Agt betrof hadden, zo zegt hij in De Kunsthal, drie Nederlanders de Tour gewonnen. Niet alleen Jan Janssen en Joop Zoetemelk, maar dus ook deze Hennie Kuiper. Hennie bloost, Jan en Joop schieten in de lach.
De oud-premier draagt dan een gedicht voor dat hij voor de begrafenis van Wim van Est schreef. En uiteraard staat hij even stil bij de overleden Gerrie Knetemann. “We missen hem ontzaggelijk.”

Veel van zijn anekdotes zijn bij de doorgewinterde Tourvolgers bekend, maar hij heeft voor ons ook nog een nieuwe. Hij noemt het zowaar een kleine onthulling, altijd zorgvuldig geheimgehouden omdat het eigenlijk niet mocht. “Ooit heb ik de dienstauto van het Rijk der Nederlanden ingezet om de Tour de France en in het bijzonder de ploeg van Peter Post te dienen.”
“Dat gebeurde tijdens een tijdrit. Johan van der Velde moest starten, maar er was in geen velden of wegen een ploegleiderswagen te bekennen. En dus bood mijn zwarte limousine uitkomst. Voor deze facilitering van rijkswege was wel een heel vrijmoedige interpretatie van het reglement voor het gebruik van de dienstauto nodig. Maar parlement en pers hebben er nooit weet van gehad. En Johan van der Velde reed verrekte goed die dag. Helaas won hij niet.”

Juli was voor Dries van Agt altijd de mooiste maand van het jaar. “Want dan volstrekt zich de Tour de France, dat weergaloze spektakel van vedetten en hun knechten, van de beulsritten naar de sneeuw en de dolle dalingen nadien, van de strijd tegen de verstijvende kou in het hooggebergte en de smorende hitte beneden in de hoogzomerzon. De geschiedenis van ruim een eeuw Tour de France is een kroniek van heldendom.”

Er is die dag nog een lange, intieme nazit. Dries van Agt hoort van iemand anders dat onlangs niet alleen het hem al bekende prijswinnende boek over Teun van Vliet is uitgekomen, maar dat ik ook Tourglorie heb geschreven. Over renners en bijzondere gebeurtenissen in de lange historie van de Tour de France.
Hij is meteen enthousiast en bestelt een exemplaar.

Dries van Agt in 2010 tijdens de de officiële Tour de France-tentoonstelling

© Carla Vos

Drie weken later bezorgt de postbode een met kroontjespen handgeschreven brief. Ik denk even het mooie ouderwetse handschrift van mijn al lang overleden vader te herkennen. Maar het is een zeer persoonlijk schrijven van Dries van Agt die mij op zijn geheel eigen wollige manier bedankt.

Vandaag werd bekend dat hij maandag is overleden. Of je nu voor of tegen zijn politieke denkbeelden was, laten wij het gedenken in elk geval een beetje beschaafd houden. Ook op X.