Het eerste wat ik hoor als ik tussen de bomen door naar beneden loop is opzwepende muziek. Als ik dichterbij kom vermengt die zich met doffe knallen en gekreun. Serena en Venus Williams zijn, enkele uren voordat ze de olympische finale moeten spelen tegen het Nederlandse tennisduo Miriam Oremans en Kristie Boogert, nog ‘even’ aan het trainen. Tegen twee stoere kerels, die als amateurs alle hoeken van de baan worden opgestuurd.

Nooit eerder heb ik een training gezien waar het er zo keihard aan toe gaat. Er is verder niemand bij dat afgelegen tennisbaantje in Sydney, dus het valt meteen op als ik langs de baan ga staan. Serena kijkt me aan en serveert. Bam!!! Geschrokken deins ik achteruit en ga veilig achter een hekje zitten. Ze lacht en serveert nog maar een keer. Wham!!!

Een uur lang sta ik gebiologeerd te kijken naar een vrouw die een kracht uitstraalt die ik zelfs maar zelden bij een man heb gezien. Wat een kuiten, wat een bovenbenen, wat een armen! Het is bloedheet, haar lichaam glimt van het zweet, maar ze gaat maar door en door. Zal ze ooit uitgeput raken? En is het wel zo verstandig om je enkele uren voor de finalepartij nog zo enorm af te beulen?

Ze raakt niet uitgeput. En Oremans en Boogert hebben daarna, in de olympische arena, geen schijn van kans tegen Serena en haar zus Venus. Ik vraag me dan af of die onderzoeken waarin wordt beweerd dat in de toekomst op sportgebied vrouwen beter zullen presteren dan mannen niet toch een kern van waarheid bevatten? Britse wetenschappers beweren zelfs dat in 2156 vrouwen op de honderd meter hardlopen sneller zullen zijn dan mannen: 8,079 tegenover 8,098.

Is Serena Williams hier een voorloopster van? Natuurlijk niet. Bij gelijke omstandigheden zal, zo blijkt uit serieuze en minder op publiciteit gerichte onderzoeken, de man als het om sporten gaat waarbij kracht en snelheid belangrijk zijn, altijd superieur blijven aan de vrouw. Dat is nu eenmaal biologisch zo bepaald. De lichamelijke verschillen zijn te groot.

De heupen van een man zijn gebouwd om snel te kunnen lopen, die van een vrouw om een kind te kunnen baren en dragen. Een man is gemiddeld 11 centimeter groter, 12 kilogram zwaarder, heeft een groter hartvolume, heeft meer bloed en, wat bij het leveren van sportprestaties ook heel belangrijk is, meer testosteron (hormoon). Omdat er nooit sprake zal zijn van een eerlijke competitie tussen twee gelijkwaardige individuen is het dus onmogelijk dat de vrouw de man op het gebied van sportprestaties voorbij zal streven.

Dat is misschien sneu voor de vrouw, maar die kan zich troosten met het feit dat zij op andere gebieden dan de sport weer ‘in het voordeel’ is. Zo hebben mannen weliswaar meer hersencellen dan vrouwen, maar bij vrouwen is het centrum van de emoties in de hersenen weer groter. Ook is de hersenbalk tussen de twee hersenhelften bij vrouwen groter, waardoor deze twee helften beter kunnen samenwerken.

Deze verschillen in de hersenen hebben tot gevolg dat vrouwen zich beter emotioneel kunnen uitdrukken, beter kunnen ruiken, beter zijn met woorden, meerdere taken tegelijk kunnen uitvoeren, een betere fijne mechaniek hebben, beter zijn in het herkennen van gezichten en beter onsamenhangende informatie kunnen opslaan.

Zo oneerlijk is het dus ook weer niet verdeeld. En verschil moet er nu eenmaal zijn. Wat niet wegneemt dat dit verschil daar op dat oefenbaantje in Sydney voor mij even vervaagt. Serena Williams maakt op dat moment een onuitwisbare indruk op me. Ik probeer me voor te stellen wat er zou gebeuren als ik aan de andere kant van het net een opslag van haar probeer terug te slaan of alleen maar tegen te houden. Auw, ik voel mijn pols al breken.

Ik blijf haar vanaf die broeierige septemberdag in 2000 volgen. Een vrouw met mannelijke krachten. Die van zichzelf zegt, dat ze haar dijen te dik vindt en haar armen te gespierd, maar die desondanks toch altijd vrouwelijk is gebleven. Een vrouw die graag in sexy tennisrokjes de baan op gaat. Die graag wil laten zien dat je ook met een grotere kledingmaat mooi kunt zijn. Kortom een vrouw om gefascineerd naar te kijken. Zeker als ze tennist!

Vorig jaar had ze een voetblessure nadat ze in een restaurant in glas had getrapt en lag ze vervolgens ook nog eens met een longembolie in het ziekenhuis. Maar twaalf jaar (!) na die indrukwekkende ontmoeting in Sydney wint ze dit weekeinde ‘gewoon’ alweer voor de vijfde keer Wimbledon. Een paar uur later pakt ze met haar zus Venus ook de dubbelspeltitel.

De tand des tijds heeft in al die jaren het een en ander gedaan met mijn lichaam, dat van Serena Williams lijkt alleen maar nog sterker geworden. Maar als zij het morgen zou opnemen tegen de mannelijke Wimbledonwinnaar van vandaag, Roger Federer, zou ze toch volstrekt kansloos zijn. Want al kan ze soms mannelijk goed zijn, het is en blijf toch een vrouw. Gelukkig maar.